INGREDIENTEN

• 1 hamschijf
• 3 spareribs (krabbetjes)
• 1 rookworst
• 2 grote aardappels
• 1 prei
• 1 blik doperwten (groot)
• 1 laurierblaadje
• 1/2 eetlepel peperkorrels
• 2 bouillonblokjes
• 1 kleine knolselderij
• 1/2 bosje bladselderij
• zout

BEREIDINGSWIJZE

Breng in een ruime soeppan 1½ liter water met de hamschijf, de krabbetjes, het laurierblad, de peperkorrels, zout en bouillonblokjes aan de kook. Laat dit ongeveer 1,5 uur zachtjes koken. Schil en snijd ondertussen de knolselderij en de aardappels in blokjes. Snijd de prei in ringen. Voeg de knolselderij, aardappels, prei en doperwten na 1,5 uur toe. Laat alles nog ongeveer 15 minuten koken. Voeg dan de rookworst toe en laat alles nog ongeveer 15 minuten zachtjes koken. Snijd de bladselderij fijn. Haal het laurierblad en de peperkorrels met een schuimspaan uit de soep. Haal de hamschijf, de krabbetjes en de rookworst uit de soep. Laat het even afkoelen. Pureer de soep met een staafmixer of haal het door een roerzeef. Verwijder de botjes en snijd het vlees in kleine stukjes. Snijd de worst in plakjes. Voeg het vlees weer toe aan de soep. Breng op smaak met zout en peper. Garneer de soep met de bladselderij.

Lekker met roggebrood met boter en katenspek.