INGREDIENTEN

• 600 gram gekookte mosselen naturel
• 2 eetlepels bloem
• 50 gram boter
• versgemalen peper
• zout
• 3 fijngesneden sjalotjes
• 2 eetlepels verse peterselie, fijngehakt
• 2 eetlepels bieslook, fijngesneden
• 2 eetlepels spinazie, fijngehakt
• 1 takje tijm
• 2 blaadjes laurier
• 1/2 bakje tuinkers of waterkers, fijngesneden
• 1 eetlepel kervelblaadjes
• 1/4 liter droge witte wijn
• 2 deciliter kookroom
• 2 eetlepels citroensap
• citroenpartjes om te garneren
• vers gebakken frites of witbrood naar behoefte

BEREIDINGSWIJZE

Laat de gekookte mosselen goed uitlekken en kruid ze met peper en zout. Bestrooi ze nu met bloem en bak ze in de boter op middelmatig vuur goudbruin. Schep ze uit de pan en leg ze op keukenpapier. Haal 2/3 van de braadjus weg. Smoor in de overgebleven braadjus de sjalotten even en voeg de helft van de verse kruiden en groenten toe (behalve de tijm en laurier). Blus dit af met de witte wijn, citroensap en de kookroom. Breng het geheel aan de kook en voeg de mosselen, de tijm en laurier toe. Laat dit ongeveer 5 minuten zachtjes doorkoken. Voeg nu de overige verse kruiden en groenten toe en laat dit even meekoken. De laurier en de tijm verwijderen en indien nodig op smaak brengen met peper en zout. Serveer in voorverwarmde diepe borden met frites of sneden witbrood en garneer met partjes citroen.