INGREDIENTEN

• (voorbereidingstijd minimaal 12 uur)
• 50 gram gruyère (kaas)
• 250 gram Hollandse garnalen (grijze Noordzeegarnalen)
• 1/2 citroen
• 50 gram boter of margarine
• 200 gram bloem
• 1/4 liter koude melk
• 1 visbouillontablet
• 1 eierdooier
• zout
• versgemalen peper
• 5 eiwitten, losgeklopt
• 150 gram paneermeel
• boter of margarine om in te vetten
• frituurvet of olie
• water
• bakplaat

BEREIDINGSWIJZE

Rasp de kaas en pers de citroen uit. Laat in een pan langzaam de boter smelten. Laat de boter bruisen maar laat het niet kleuren. Roer 50 gram bloem door de boter tot een samenhangend mengsel. Laat het mengsel (= roux) op een laag vuur onder voortdurend roeren ongeveer 5 minuten garen. Giet vervolgens de melk en 1/4 liter water in één keer bij de roux en verkruimel het bouillonblokje erboven. Breng het mengsel al roerend met een garde aan de kook tot het gaat binden tot een (zeer) dikke saus. Laat de saus onder voortdurend roeren ongeveer 2 minuten zachtjes doorkoken. Neem de pan van het vuur en roer het citroensap, de garnalen, de eierdooier en de kaas door de saus. Breng het op smaak met zout en peper. Vet de bakplaat in met boter of margerine. Verdeel het mengsel tot een dikte van 2 cm over de plaat, dek het af met plasticfolie en laat het minimaal 12 uur in de koelkast staan. Verhit het frituurvet tot 180 à 190 graden C. Zet aparte schalen met de rest van de bloem, het losgeklopte eiwit en de paneermeel klaar. Vorm van het garnalenmengsel ongeveer 10 kroketjes van 3 x 6 cm en wentel ze achtereenvolgens door de bloem, het eiwit en de paneermeel. Frituur de kroketjes per vier in ongeveer 2 minuten in het hete vet goudbruin en laat ze op keukenpapier uitlekken. Serveer de kroketjes met partjes citroen.