INGREDIENTEN

• 10 blaadjes gelatine
• 2 limoenen, geperst
• 3 x 250 mililiter slagroom
• 100 gram poedersuiker
• 500 mililiter karnemelk
• 150 gram witte basterdsuiker

BEREIDINGSWIJZE

Week de gelatine in ruim koud water. Verwarm de helft van de limoensap. Knijp de gelatine uit en los het, van het vuur af, al roerend in de warm limoensap op. Roer de rest van de limoensap erdoor en laat het geheel (in een grotere bak met koud water) afkoelen. Klop van de slagroom 600 mililiter met poedersuiker bijna stijf. Roer de karnemelk door de bijna stijfgeslagen room. Roer de bijna afgekoeld en nog net niet opgestijfde limoensap door het slagroom-karnemelkmengsel. verdeel de karnemelkmousse over acht (wijn)glazen en laat het minstens 2 uur in de koelkast opstijven. Laat in een koekenpan met een dikke bodem de basterdsuiker zonder te roeren op laag vuur smelten, tot de suiker een mooie bruine kleur heeft (laat de suiker niet te donker worden). Verwarm de rest van de slagroom. Neem de pan van het vuur en roer de warme slagroom door de karamel. Als de karamel hard wordt, los deze op een laag vuur al roerend opnieuw op. Laat de karamelsaus afkoelen. Verwarm de karamelsaus zachtjes tot lauwwarm en roer het goed door. Schenk de saus voorzichtig op de karnemelkmousse en serveer het direct.